Waar je bij de meeste sporten je spieren aan- en ontspant gaat het er bij Yin yoga om dat je, voor zover in de houding mogelijk, alle spieren loslaat. Als de spieren gespannen/stijf zijn, dan krijgen de banden en pezen rondom de gewrichten niet voldoende spanning. Wanneer de spieren ontspannen zijn creëer je de mogelijkheid om het bindweefsel te bereiken en dieper en aandachtiger in de houdingen te komen.
Trek maar eens aan je rechter middelvinger, eerst met je hand aangespannen en vervolgens met een ontspannen hand. Wanneer de hand relaxed is, voel je een stretch in het gewricht waar de vinger de handpalm raakt; de banden en pezen die de botten samen houdt wordt gestretcht. Wanneer de hand aangespannen is, is er bijna of geen beweging rond het gewricht, maar je voelt dat de spieren zich verzetten tegen het trekken aan je vinger.
Het is niet nodig – zelfs onmogelijk- om alle spieren te ontspannen tijdens de yin houdingen.
In zijn boek Yin Yoga: Outline of a quiet practice legt Paul Grilley dat verschil uit:
"Het bindweefsel en de gewrichten zijn yin, omdat ze stijf en niet elastisch zijn. De spieren zijn yang: elastisch en zacht. Het gaat in de Yin yoga om de flexibiliteit van de gewrichten en het bindweefsel. Yin yoga is dé manier om bindweefsel en gewrichten te herstellen en versterken".
